Moge het Licht, de Liefde en de Deemoed van allen die ons voorgingen op het Pad, ons omringen tot het heilige bereiken.
Amen
Zelfs indien iemand op een misstap betrapt wordt, helpt gij, die geestelijk zijt, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid, ziende op uzelve, gij mocht ook eens in verzoeking komen.
Wie onder ons is volmaakt?
Wie onder ons heeft het recht zijn broeder of zuster, die naast hem gaat, te oordelen?
Wie zal van zichzelve kunnen zeggen: Neem mij, Heer, ik ben goed?
Daarom, laten wij de eenheid der Liefde vervolmaken door onszelve en de krachten en machten der Liefde uit te dragen in daad en waarheid, opdat de wereld zal kunnen getuigen: Ja waarlijk, de Zoon des mensen is opgestaan in hen!
Geen disharmonie verzwakke onze gelederen; geen geveinsdheid besmette de Lichtglans der eeuwigheid; geen onreine gedachte bevlekke de blankheid der ziel; geen enkele lage gerichtheid verstore de binding met de Hoogten; geen enkele vorm van vrees verbreke de trouw aan de
Ene Bouwmeester van den Heilige Tempel.
Uw hoofd zij kaar en toebereid;
Uw hart zij rein en geopend;
Uw wil buige in ootmoed neder voor de Hogepriester, voor het Altaar in het Heilige der Heiligen.
Vervul de wet van Christus door elkander te steunen en bij te staan in de moeilijke uren.
Zie toe dat gij zelf niet valle in de put waaruit gij uw broeder verlossen wilt.
Indien iemand zich verbeeldt iets te zijn, terwijl hij niets is, dan staat hij vlak voor de afgrond; in zijn blindheid onderkent hij de afgrond niet en wanneer zijn uur van beproeving gekomen is, zal hij bemerken dat hij de weerkaatsing van het licht valselijk voor het Licht zelve aangezien heeft.
Laat daarom een ieder zijn eigen werken toetsen en niet zien naar de werken van den ander, opdat niet in het uur van de Rechtvaardigheid
Gods zijn werken door het Vuur verast zullen worden, terwijl de werken van zijn broeder gered zullen worden.
Niet langer zal iemand zich verbergen kunnen achter de woorden "Here, Here", maar een ieder zal aangegrepen worden in zijn eigen werken en de bewijzen van zijn geloof moeten overleggen.
Niemand kan de last van een ander dragen, hoezeer hij dat ook zou willen, want een ieder is zijn eigen meester en zijn eigen dienaar.
God roept hen, die Hem liefhebben, maar hij noemt een ieder bij de Naam die zijn ziel in het Godsrijk verworven heeft.
Daarom, o kandidaat, reinig uw zintuigen opdat u de Naam der Namen door de sferen hoort trillen en u zult kunnen reageren met de innerlijke Roep:
Ja Heer, ik kom haastiglijk!
Amen
Epiloog
Van Olympus' hoogten
straalt het heil'ge vuur
roept ons allen tot zich
in dit gewijde uur.
Laten wij het Pad gaan
door kracht des Lichts vereend
en tezamen gieten
Hiram's metalen Zee.
Laat ons water putten
uit godd'lijke Jordaan
en de vonk verwinnen
uit de Godengraal.
Hand in hand nu opwaarts
tot aan de hoogste top
hart naast hart nu voorwaarts
in één harteklop.
Levend voor één opdracht
strevend naar één doel
in volmaakte eendracht
ontstijgend 't aards gewoel.
Amen