XXXX: Elfde Aeon: De Waterman III

De geestelijk zoekende mens die bewijst innerlijke waarde te bezitten, wordt gedwongen zichzelf te beproeven, dan wel ervaringen te ondergaan die hem vooruithelpen. 

In de aeonengang is dat ook het geval. 

Een geestelijk waardeloos mens wordt door het Licht der Lichten losgelaten en zo zakt hij weg in de greep van de aeonen, of de zodiakale invloeden, die hem gevangen houden binnen de op- en neergang in de ban van Saturnus, de wachter tussen het wezenlijke en het onwezenlijke. 

Dit terugglijden in de zodiakale omheining kan zowel een jonge, onervaren ziel als een oude ervaren ziel overkomen. 

Jonge, dus nog riet zo dikwijls geïncarneerde zielen kunnen geestelijk gevoelig, dan wel geestelijk onrijp zijn, oudere, meerdere malen geïncarneerde zielen kunnen hoogmoedig, star dan wel wijzer geworden zijn. 

Alles is af te meten aan de graad van geestelijk ontwaken. 

Men kan in één leven grote vorderingen maken, dan wel kan men vele levens nodig hebben om enkele levenslessen te leren. 

Twaalf maal wordt de ziel voor een beslissing geplaatst, maar één daarvan is definitief en brengt een complete innerlijke verandering teweeg: de zevende naar de achtste fase, gaande van de Weeg-schaal- naar de Schorpioen-aeon. 

Hierin bereikt de mens zijn beslissende geestelijke overwinning. 

Heeft hij deze bereikt, dan laat het Licht der Lichten hem niet meer los en wordt hij altijd verder geholpen, ook na zijn lichamelijke dood.

Dit beslissende moment in de aeonengang is in overeenstemming met het "schrijven van de Zeven Brieven" uit de Apocalyps, en het verstaan van de "Acht Zaligsprekingen op de Olijfberg". 

Zodra de mens uit de Aquarius-aeon deel heeft aan het Nieuwe Land wordt hij onbereikbaar voor de op- en neergang van de twee tegengestelden uit de oude sfeer en dat verklaart de teruggetrokkenheid en de individualiteit van de uitgesproken Aquarius-mens. 

Hij vertegenwoordigt dan niet de eenzaamheid van een innerlijke worsteling op een geestelijke weg, maar hij wordt de hautaine, zich verschuilende in kunstmatige onbereikbaarheid, sterke persoonlijkheid. 

Dat is het typerende van het geprononceerde Waterman-type. 

Een levenshouding die dikwijls verkeerd wordt uitgelegd. 

In werkelijkheid ziet hij vanuit zijn zelfgeschapen hoogte neer op de krioelende massa, die nog in de levensstrijd van de twee tegengestelden verkeert of zich wellicht moeizaam door een aeonengang vecht. 

Deze houding is het gevolg van een volkomen verkeerd ge-absorbeerde kennis. 

Hij weet "dat alles geen nut heeft" en dat heel die moeizame gang door de aeonen eigenlijk slechts bestemd is voor de sterken "zoals hij". 

Na een teleurstelling of een mislukking sluit de Waterman-mens zich in deze afwijzende en zelfgenoegzame houding op, want het valt hem moeilijk eigen falen te erkennen. 

Liever projecteert hij zijn teleurstellingen op anderen: zij zijn degenen die onmondig en vooral dom zijn. 

Het is duidelijk dat hier de verharding van Saturnus, de kwaad-willige zoon van Uranus, zich voltrekken gaat. 

De klassieke mythe waarbij Saturnus zijn Vader Uranus ontmand en zelf de troon in bezit neemt, vindt altijd plaats binnen de elfde aeon. 

De overwegend horizontaal gerichte pelgrim zet dan altijd via zijn gevallen ziel, de mysteriekrachten van Uranus om in de saturnale macht van een starre zodiakale heerser. Zo sluit hij voor zichzelf de deur, die de wachter Saturnus in beginsel openen kon. 

Hetzelfde beeld zien we gereflecteerd in b.v. de medische weten-schap, waar men gebruik maakt van bestralingen. 

De stralingen van Uranus (uranium, röntgen) worden aangewend tegen woekeringen, die voortgekomen zijn uit een innerlijk gevecht tussen spirituele gevoeligheid en materiële verharding.

Merkwaardigerwijze biedt het lood, als metaal van Saturnus, bescherming tegen de diepgaande inwerking van de nog voor de mens onverdraagbare Uranus-straling. 

Zoals in de astrologie wordt geleerd dat slechts de innerlijk gevoelige mens reageert op de werking van de mysterieplaneten, zo is het ook slechts de absoluut van de zodiakale trillingen vrijgemaakte mens die deze trillingen zal kunnen verdragen. 

Hierbij moet hij het vierdimensionale lichaam overwonnen hebben. 

Elke trilling van een mysterieplaneet is bij machte het vier-dimensionaal stoffelijke leven te vernietigen. 

Vandaar dat na bestralingskuren de patiënten geestelijk zo uit hun doen zijn geraakt, dat zij moeite hebben hun evenwicht te herstellen. 

De stoffelijke levenswetten in denken, emoties en organisme worden uit hun verband gerukt. 

In de elfde aeon bereikt de geestelijke mens zijn voleinding als individuum; de falende mens verkrijgt hier de verstarring, de valse verbeelding en de waan van het leeuwenkrachtlicht, dat hem omringt als een aureool. 

In de psychologische astrologie weet men dat de invloed van Uranus op een onvoorbereide mensheid uitingen van immoraliteit, onbegrensde wetenschappelijke nieuwsgierigheid zoals die b.v. bij de atoomsplitsing tot uitdrukking komt, opwekken. 

De hoogmoedigen die coûte que coûte experimenteren in b.v. de natuurwetenschappen of de geneeskunde, funderen zich altijd op een onverwerkte mislukking, onverschillig op welk gebied, mogelijk zelfs op een falen uit een vorig leven, waarvan de herinnering in de genen werd vastgelegd en in de ziel voortwoekert als een vernedering. 

Deze herinnering uit een vorig bestaan, dwingt hen tot een herhaling, een voortzetten van het eens begonnen werk. 

Juist deze experimenten spelen zich af in deze Aquarius-era en dat mag een bewijs zijn voor de invloeden van de Aquarius-aeon, zoals deze in de Pistis Sophia beschreven wordt. 

De verregaande immoraliteit op geestelijk, natuurlijk en maat-schappelijk terrein spreekt voor de sterke zwart-wit tegenstelling binnen de Aquarius-sfeer, een tegenstelling zoals ook de Aquarius-mens in zichzelf herkent. 

Een middenweg kent hij niet. 

Vandaar dat hij zich te buiten kan gaan aan fanatisme, zowel in het ene als in het andere. 

Compromis haat hij. 

Als iemand "ja" zegt moet hij hieruit de consequenties trekken en zijn mogelijke woordbreuk is onaanvaardbaar, niettegenstaande hij redelijke excuses kan aanvoeren. 

Zowel de geestelijke als de natuurlijke immoraliteit is  het gevolg van een ontsporing, een afwijking. 

Er is een "grens overschreden" die eigenlijk niet gepasseerd mocht worden, omdat de betrokkene daartoe niet de bekwaam-heden bezat. 

De gevolgen daarvan zijn dikwijls niet te overzien indien er niet krachtig wordt ingegrepen, hetzij door de betrokkene zelf, hetzij van buitenaf. 

Iedereen moet daar blijven waar hij qua zijn vibratie-sleutel thuishoort. 

Dat is een onverbrekelijke wet die zowel in deze zijde als in gene zijde van ons bestaan wordt gehanteerd. 

De schijn-spiritualiteit die men bij het Waterman-type vrij veelvuldig tegenkomt, (ook de schijn-standing in maatschappelijk opzicht) wordt meedogenloos verbroken, wanneer het de realiteit tentoon moet spreiden onder de dwang van de ervaringen. 

De aeonengang van de Pistis Sophia bewijst dit duidelijk. 

Zij moet met die vlucht in de schijn afrekenen en onbevreesd durven erkennen: 

"Ik ben nedergedaald in de chaos, omdat ik dacht dat het Licht daar beneden uw Licht was, O Licht der Lichten..... hoe dom ben ik geweest!"

1970 - 2024, copyright Henk en Mia Leene